zaterdag 21 december 2013

Eind van het jaar, tijd om terug te blikken. Niet noodzakelijkerwijs op slechts het afgelopen jaar - per slot van rekening hebben ontwikkelingen een langere adem.

Ik voel me thuis in dit huis. Dat was een jaar geleden wel anders. Stijf van de stress, na een driedubbele verhuizing voorafgegaan door het organiseren van een dorpsfeest, lag ik hier de eerste weken nachtenlang op het randje van de slaap, de oren gespitst op elk onbekend geluid dat onraad kon betekenen. Geritsel, gekraak, een bonk. Mijn geest had zich nog lang niet om dit enorme pand kunnen vouwen, veel ruimtes, hoeken en gaten vielen buiten mijn controle - voor mijn gevoel tenminste. En als er dan een steenmarter donderjaagt over de dakspanten en achter het plafond (terwijl je niet weet dat het zo'n beest is), dan zit je om de haverklap rechtovereind in bed. Inbrekers? Instortende muur? Omvallende schoorsteen?

Het riep primordiale angsten in me op. Als ik ooit dement wordt, komen -vrees ik- die angsten weer de kop opsteken. Niet te veel bij stil staan. Die periode is nu voorbij. Het huis heeft de zware herfststormen goed doorstaan. En áls zo'n hoge boom van het kerkhof door mijn schuurdak valt, heeft de Hervormde gemeente van Paesens een daverende schadeclaim te verwachten. Ik ben overigens verzekerd.

Ik voel me thuis in Friesland, nu, na bijna tien jaar. En hierover ben ik minder gerust. Het betekent namelijk ook dat de spanning uit deze vrijwillige ballingschap weg is. Die spanning heeft de afgelopen jaren als een motortje gewerkt dat mij aan de gang hield, me heeft aangejaagd, en waardoor ik ook af en toe zelfs uit de bocht dreigde te vliegen. Ik moet opnieuw op zoek naar het putje waaruit ik kan scheppen.

De projecten HOMUNCULUS en VIDE/VOID hebben me veel inzicht, en zelfs een expositie in Groningen opgeleverd. HOMUNCULUS had ik nodig om los te komen van de samenwerking met Katja Berkenbosch (terugdenkend aan die desastreus verlopen expositie in het Glazen Huis in 2011), een samenwerking waar ik bergen tijd en energie heb gestoken, maar waar niets voor terugkwam. Integendeel: ik werd erdoor van mezelf vervreemd, en moest opnieuw uitvinden hoe ik me verhoud tot de materie. Dat heeft tot verdieping geleid, gelukkig.

Met VIDE/VOID heb ik zoiets als een mijlpaal bereikt, wellicht zelfs een eindpunt. Ik weet nog niet hoe ik vanaf hier verder ga, al heb ik wel wat ideetjes. Duidelijk is wel dat nu een periode van consolideren is aangebroken. Dat ik beeldend kunstenaar ben is nu wel duidelijk, met name ook omdat galerie Forma Aktua in Groningen me eigener beweging heeft gevraagd de serie HOMUNCULUS te komen exposeren, en dat doen ze niet zomaar! 

Mijn eigen expositieruimte gaat in maart functioneren voor een breder publiek, tijdens de Kunst-aan-huis open-atelierroute Lauwersland. Wat ik daarna met die ruimte ga doen weet ik nog niet: alleen eigen werk uitstallen, of ook werk van anderen en dan meer aan de weg timmeren met publiciteit en zo.

Er blijven nog wel wat vragen en twijfels hangen. De komende tijd vul ik deze overwegingen wellicht nog aan.

donderdag 28 november 2013

Jammer. Zojuist gebeld door iemand van de commissie die daar over gaat: mijn plan voor een 'soundscape' in de de Grote Kerk van Dokkum is afgekeurd. "Het heeft niets met God, geloof en Bonifatius te maken". Tja.

Ik wilde me, middels zelfstudie, weer eens verdiepen in de verhouding tussen sacrale en profane ruimte. De stof ligt voor het oprapen!

woensdag 27 november 2013

Het idee voor een soundscape in de Grote Kerk in Dokkum groeit. Ik wil daar, tussen de oude muren en onder de hoge gewelven, de zee laten ruisen. 'Nave' lijkt me een goede naam. Het is het Latijnse woord voor schip, maar ook (in het engels m.n.) voor het (midden)schip van een kerkgebouw. Via de koster weet ik nu welke commissie ik moet hebben, en wie de contactpersoon is.

Waarom de in Grote Kerk? Waarom niet bijvoorbeeld in de Waag, vanouds het centrum van handel en scheepvaart? Nee, de Grote Kerk en de zee zijn beide ruimtes met een grote symbolische lading, en zo stelt 'Nave' ook de verhouding tussen sacrale en profane ruimte aan de orde. Ik wil hier nog eens verder induiken, middels literatuurstudie.

En de Waag, dat is inmiddels horeca. Daar zeegeluiden laten klinken roept gevoelens op van strandtent en vakantiepret. Mij te plat!

Inmiddels ook een eerste ontwerp gemaakt voor een infofolder voor achter in de kerk. Ik vind het leuk als het publiek zich wat afvraagt, maar het publiek heeft ook recht op een antwoord, lijkt me.

dinsdag 12 november 2013

Dave Kooi, internet strategist te Anaheim, California, heeft mijn digitale portfolio gezien en noemt mijn werk "Art with an Awesome edge".

Dus!

Zo leerde ik ook Robert (Bobby) Bennett jr. kennen. Hij studeert momenteel aan de kunstacademie in Portland, Maine. Hij maakt installatiekunst, net als ik. Zie http://robertbennettjr.wordpress.com/. We zijn inmiddels Facebookvrienden.

woensdag 6 november 2013

Over de Leegte. Waar het in VIDE/VOID om draait.

Dat niets in dit universum op zichzelf bestaat, maar altijd slechts in relatie tot iets anders, tot al het andere. Dat dus niets absolute betekenis heeft, behalve gezien vanuit een bepaald standpunt- dat zo’n standpunt altijd relatief is, en dat dus ook ‘betekenis’ relatief is. Alles is waar. Maar niets is helemaal waar. Dat is de Leegte.

Dat ik niet met mezelf samenval. Dat ik ten diepste relationeel ben, maar óók daarmee niet samenval. Dat ik “ik” kan zeggen, alsof ik het over iemand anders heb. Dat mijn zelfbewustzijn mij scheidt van mezelf (voor u leze men hier evengoed ik, alsof je in een spiegel kijkt):
“Dat ik u zien moet, en u niet kan zijn,
Van u gescheiden door mijn eigen ogen –
Het doet, als een geboorte, pijn.”

Toen ik pas geboren was en me nog niet bewust van mezelf, toen viel ik samen met mezelf. En straks, als ik zo dement zal zijn als een gummetje, en me niet meer bewust ben van mezelf, zal ik weer met mij zelf samenvallen. Ook dat is de Leegte.

Dat ik Luís moet missen. Dat wij oprecht van elkaar gehouden hebben, maar dat we dat nooit volledig hebben kunnen verwezenlijken; zie hierboven de woorden van Vasalis. Ook de eigenliefde speelde een rol, en stond ons in de weg. Wij konden niet samenvallen met elkaar, behalve misschien op momenten van de hoogste extase, die er goddank ook waren. Ook dit is de Leegte.

We hebben elkaar ook veel pijn gedaan. En ik was niet bij hem, toen hij stierf, hoewel hij me dat zo nadrukkelijk had gevraagd – ik heb op de verkeerde manier voor mezelf gekozen. Als ik íets zou moeten noemen, uit mijn leven, waarvan ik spijt heb en waarover ik mij schuldig weet, dan is het dit. En dit is de Leegte.

Dat ik het ‘creatieve moment’ niet kan laten voortduren. Dat ik me bewust ben van het ‘creatieve moment’, maar altijd achteraf, als het voorbij is (en god geve dat ik het heb weten te gebruiken!). Dat taal, ‘het woord’, scheidt, ons scheidt van elkaar net zoveel als het ons verbindt, ons scheidt van de eeuwigheid net zoveel als het er toegang toe geeft- en dat ‘het beeld’ dat misschien niet doet, of toch ook (al heb ik nog niet geleerd hoe dat dan werkt, zover ben ik nog niet). Ook dat is de Leegte.

Dat dit alles met menszijn gegeven is, met zelfbewustzijn, en met mijn kunstenaarschap. Dat dit, kortom,  het putje is waaruit ik schep. Dat ik dit weet. Ook dat is de Leegte.

Tot hier toe ben ik gekomen.


Wij zien niet de werkelijkheid; wij zien het beeld dat ons brein maakt van de werkelijkheid. En daarbij kan ons brein zich op de prachtigste manieren vergissen! Precies deze kreukel in het universum is de speelruimte van de kunstenaar: hier voel ik mij thuis.


Ik maak ruimtelijk werk, dat verwijst naar de Leegte- zoiets als wat Zenboeddhisten zien in al wat is: een kreukel in het universum.

Maar uiteindelijk gaat het altijd over de mens, die schitterende vergissing van de evolutie, in al z'n grootsheid en al z'n tragiek...


dinsdag 29 oktober 2013


Schuiven met elementen van VIDE/VOID, spelen met de ruimte, cirkelen rond de leegte.


zaterdag 19 oktober 2013

Okay. Dit wordt de policy wat VIDE/VOID betreft: als je komt kijken laat ik je de expositieruimte binnen, de deur gaat dicht, en je komt er pas uit als je GEZIEN hebt! 

En ik ga uit van minstens een half uur! Ga de stilte, de leegte maar eens aan!

woensdag 16 oktober 2013

VIDE/VOID is geïnstalleerd. Al meer dan een week geleden. Maar ik weet niet wat ik er over moet zeggen. Er is meer gebeurd dan ik er in heb willen leggen, geloof ik. Ik kan er zelf nog niet helemaal bij. Mijn eigen gemankeerde ego zit me in de weg.  Nou ja, een paar dingen:

Henk Visch, geportretteerd in de serie 'Hollandse Meesters in de 21e eeuw', afgelopen zaterdag in Avro's Kunstuur uitgezonden: "Ik wil een pleidooi houden voor het beeld. Want het woord scheidt, maakt onderscheidt, verdeelt..." Ik parafraseer en citeer niet volledig en incorrect, maar Visch gaf weer waar VIDE/VOID over gaat.

T. de W. heeft een deel van VIDE/VOID gekregen, omdat een deel van die installatie door haar gedoneerd is. Uit haar reactie bleek dat ze de tekst niet goed gelezen heeft, alleen gekeken heeft naar wat er in het lijstje zit, en dus niet begrijpt waar VIDE/VOID over gaat...

I.E. (ook een kunstaar/es) heeft er middenin gestaan. Ze heeft niets gezien. Ze heeft geen enkele aandacht besteedt aan de objecten, laat staan dat ze de tekst gelezen heeft. Ze had alleen oog voor de kleur van het behang van de ruimte!

Mijn wanhopige twijfel: VIDE/VOID werkt niet...

Terwijl ik dit schrijf is Marina Abramovic op tv. Mijn god! In vergelijking met haar ben ik helemaal niets!

Maar ik krijg ook (via het Internet) steeds meer positieve reacties van kunstenaars uit Nederland én daarbuiten! Ik ben op de goede weg! En daar moet ik me niet vanaf laten brengen door mijn eigen onzekerheid.

donderdag 3 oktober 2013

Bruisende vergadering, gisteren, van onze kunstenaarsgroep ARTchipel. Op voorstel van Nynke gaan we werken aan een kunst-wandelroute door Dokkum, volgend jaar zomer. Kunst in de publieke ruimte gaan we maken. En het moet te maken hebben met (de geschiedenis van) Dokkum. Dus gaat ieder van ons op zoek naar een plek in Dokkum die hem/haar aanspreekt, en waar je een kunstwerk bij zou willen/kunnen bedenken. En maken natuurlijk.

Ik denk aan een 'soundscape' in de Grote Kerk... Ik verklap verder niets, maar ik zie (hoor) het al helemaal voor me!

Het scheelt niets of ARTchipel wordt ook voor mij een stimulus, een inspiratiebron, een uitdager om tot kunst te komen. Of ligt dat nou gewoon aan mezelf?

vrijdag 20 september 2013

Een hernieuwde kennismaking met het werk van Roger Hiorns, van wie ik eerder een solo-expositie zag, ook in De Hallen in Haarlem: een volledig verpulverde straalmotor van een passagiersvliegtuig. Associeer er maar op los: van vakantievluchten naar de zon, (zelf)verheffing, menselijke inventiviteit, wereldwijde bereik- en bereisbaarheid, tot vliegtuigcrashes, de aanslag op de Twin Towers, vliegangst, (zelf)vernietiging. In al z'n eenvoud een adembenemend sterk beeld. Te zien op de groepsexpositie DREAD, van 7 september tot 24 november in De Hallen in Haarlem.

Uitgangspunt van de expositie is het werk van Constant (1920-2005). Zijn leven lang werkte hij aan het project New Babylon: de nieuwe wereldstad waarin de mensen alle vrijheid zouden hebben om zich creatief te ontplooien. 'n Utopie natuurlijk. Tja, de jaren '60... De verschrikkingen van de Vietnamoorlog, de dood van het kind van een intieme vriend, het echec van Parijs mei '68, brachten Constant een ander inzicht; volledige vrijheid voor de mens betekent ook volledige vrijheid van het kwaad, de duistere kant in de mens, "homo homini lupus" - uiteindelijk zouden de bewoners van New Babylon elkaars vijand worden en elkaar uitmoorden. Vanaf dat moment werkt Constant aan zijn Labyrismen, waarin hij die horror ('dread') verbeeldt. Heel wat volwassener en realistischer dan het naïeve "Volg je innerlijke pad, en je zult nooit verdwalen" van de zestiger-jarenromantiek...

Maar enfin: hoeveel moois en interessants er ook te zien is op de groepsexpositie DREAD - fear in the age of technological acceleration, het geheel boeit niet. Er zijn films met hetzelfde thema die heel wat spannender zijn. Jammer.

zondag 15 september 2013

VIDE/VOID wordt tot op het bot gereduceerd. Na foto's en teksten heb ik nu ook de geluidsinstallatie uit de ruimte verbannen. Geen Japanse bamboefluit, geen gongs en geen drums, geen vocalises met de menselijke stem. Stilte.


zaterdag 31 augustus 2013

(De jaarlijkse kunstmarkt in Dokkum wordt minder en minder. Er stonden vandaag weer minder kramen dan vorig jaar, en het aanbod wordt ook steeds minder interessant. Ik wil dit eigenlijk helemaal niet vertellen. Het is zo triest. Daarom zet ik het maar tussen haakjes.)

Maar ik heb één ding gezien waar ik helemaal enthousiast van werd. Ik ontdekte het op Facebook, op de pagina van Dokkum Vakwerk: een groepje gedreven lieden die leegstaande winkelpanden in de Dokkumer binnenstad (en dat worden er ook steeds meer...) wil laten leven door er kunstenaars, ambachtslieden en anderen in te laten werken, exposeren, cursussen geven, etcetera. Een jonge meubelontwerper, Frank v.d. Velde (onthoud die naam, deze jongeman heeft de potentie een hele grote te worden!) toont in een voormalig winkelpand in de Nauwstraat een fantastisch leuke stoel:


Het design en het materiaalgebruik zijn, in alle eenvoud, geniaal. En ze zitten prima: ze zijn niet ontworpen voor het oog, maar voor dagelijks gebruik. Toch zou het zomaar ook een object kunnen zijn, in een met smaak en zorg samengesteld interieur. De prijs is verbijsterend: € 170. Voor een ambachtelijk vervaardigde stoel is dat al heel goedkoop, maar voor een designobject is het geen geld. Ze staan ook in Galerie KIS, in de Paleisstraat in Amsterdam. Erheen, oud-stadsgenoten! En sla je slag!

woensdag 28 augustus 2013

Nog even over dat jonge stel, waar ik de vorige keer over blogde. Tijdens ons gesprek, boven op de zeedijk, vroegen ze mij hoeveel de overtocht naar Schiermonnikoog zou kosten. Ik kon het ze niet vertellen. Ik ben daar namelijk nooit geweest. Ik kan het eiland iedere dag zien liggen, daar aan de horizon, maar ik ga er niet naar toe. Ik wil over het eiland kunnen dromen, er naar verlangen eventueel, maar er niet zijn. Dat zou zelfs op een desillusie kunnen uitlopen, als je maar lang en intens genoeg droomt. Het verlangen is waardevoller dan de vervulling, de illusie rijker dan de realiteit. Dat vonden zij ook wel een mooie gedachte.

Ach, ik had ze gewoon moeten laten geloven dat die meeuwen flamingo's waren!

zondag 25 augustus 2013

Over vogels. En over illusies, en hoe dat allemaal voorbijgaat. Ik reed van Dokkum, via Hantum, Ternaard, het Skoar, Wierum en Nes naar huis terug toen ik, even buiten Nes, tot stoppen gemaand werd door twee wielrenners en drie brommerrijders in de berm van de Wierumerwei. Ik stapte uit om te informeren waarmee ik zou kunnen helpen toen ik het al zag: in het gras langs de kant van de weg zat een enorme buizerd, kwaad om zich heen kijkend. "Die is niet gelukkig," zei ik, "want dan zat-ie hier niet!" Dat was het gelegenheidsgezelschap met me eens, maar wat ze er dan mee aan moesten, vroeg men zich af. Ik heb ze voorgesteld te bellen met de Fûgelpits, het vogelopvangcentrum daar in de buurt. Dankzij de smartphone was het nummer gauw gevonden en het contact gauw gelegd. Er zou een chauffeur met een wagen met de benodigde materialen naar de aangeduide plek gestuurd worden, maar dat zou nog wel even kunnen duren. Zo'n vogel pak je niet zo maar even op om hem naast je in de auto even weg te brengen - dat wordt een bloedbad. De buizerd was dan blijkbaar wel vleugellam, maar nog lang niet buiten westen. Inmiddels had niemand zin om voor onbepaalde tijd bij het gewonde dier te blijven wachten. Ik ook niet. De drie brommerrijders stapten 's op, en ook ik zocht mijn wagentje weer op, de beide racefietsers beteuterd achterlatend. Of zij de gewonde vogel uiteindelijk ook aan zijn lot hebben overgelaten, en of ze bij de Fûgelpits het dier nog hebben weten op te lappen, ik weet het niet.

Maar het beeld staat nog op mijn netvlies: dat machtige beest, die enorme maar lamme vleugel, die woedend-wanhopige blik in het felle oog, de scherpe snavel... Machteloos langs de kant van de weg. Zelfs de sterksten sterven uiteindelijk net zo'n miserabele dood als de rest van ons.

Een paar dagen eerder liep ik, rond zonsondergang, naar de zeedijk. Dat moet afgelopen dinsdag geweest zijn: er was door werkzaamheden bij Metslawier een kabel kapot getrokken en er was geen radio, televisie, internet of telefoonverkeer mogelijk; heerlijk rustig! Wie daar in elk geval geen last van hadden, en zich er zelfs niet van bewust waren, was een jong stel met een klein dochtertje dat hun huifkar geparkeerd had op de Achterwei. Ik sprak ze, later, toen ik op mijn bankje zat, op de dijk en zij van de kwelder af kwamen. Ze bleken met die huifkar de hele zomer rond te trekken, van Belgisch Limburg langs het Nederlands-Duitse grensgebied en via Drente Friesland in. Ze bleven hier twee dagen staan, daarna was de bedoeling om via Lauwersoog Groningen in te trekken. Ze hadden Denemarken als doel op het oog. Een beetje kinderlijke indruk maakten ze op me: een rondreizend poppentheater in een sprookjeswereld waarin ze zelf geloofden. Ze vonden het hier prachtig. En ze hadden zulke mooie vogels gezien, daar aan het eind van de strekdam, op het wad! "Zijn dat misschien  flamingo's, meneer?" Tja.
Ik heb ze uitgelegd dat flamingo's in dit deel van de wereld niet voorkomen, in het wild. En dat die mooie roze kleur waarschijnlijk veroorzaakt werd door het licht van de ondergaande zon. 

Ook de machtigsten sterven, en ook de mooiste illusies verwaaien. Laten we , ondanks alles, toch maar in onszelf en in elkaar blijven geloven. Een ronddraaiend poppentheater met wij zelf als Jan Klaassen, meer is het niet. Maar het is alles wat we hebben. En wie van ons lukt het de leegte werkelijk onder ogen te zien...?

Toen ik, na dat gesprek, weer thuis kwam bleek de televisie etc. het weer te doen. De wereld draait gewoon door.

zondag 11 augustus 2013

Inmiddels weet ik heel wat meer over de kunstenaar die vóór mij dit huis bezat, en het raadselachtige houtsnijwerk op de voormalige winkeldeur heeft gemaakt. Zijn naam is Felix Droese (zie www.felixdroese.de). Hij werd in 1950 geboren in het Duitse Singen. Hij was leerling van o.a. de grote Joseph Beuys...! Ik heb hier voor me een boek liggen over zijn werk, foto's en teksten, en dat ziet er heel boeiend uit. Ik denk niet dat ik ooit een waardige opvolger zal zijn, maar zijn werk boeit me wel.

Coda Museum Apeldoorn heeft een korte documentaire (ongeveer 18 minuten), een gesprek met Felix op YouTube gezet:  http://www.youtube.com/watch?v=NdPayGFH2xo

woensdag 31 juli 2013

Terwijl VIDE,VOID in mij broedt en naar concretisering groeit (her)lees ik Anna Enquist: Contrapunt. Twee relevante citaten:

"Het vermogen om patronen te horen in een serie precies gelijke pieptonen is aangeboren. We kunnen niet anders. Het structureren is een eigenschap van onze hersenen, van ons, een overlevingsstrategie, een ziekte. Zo maken we van de ongeorganiseerde, troebele soep om ons heen een herkenbaar en vertrouwenwekkend decor. We weten helemaal niet meer dat er niets van klopt, dat we zelf voor de herkenbaarheid en het vertrouwen zorgen. Je zou onderzoek kunnen doen naar de samenhang tussen structureringspatronen en persoonlijkheidskenmerken. Waarom hoort de één een vierkwartsmaat, de ander een zesachtste?
Waarom moest ze dit alles denken, het sloeg toch nergens op?"

En de slotzin: "Binnen die leegte bevindt zich alles."

(Eigenlijk is dit niet de slotzin, er volgt er nog één. Maar die is de samenvatting van het boek, en voegt verder niets toe.)

donderdag 11 juli 2013

Ik heb een mens zien sterven.

"...tiefer, tiefer Einsamkeit."

vrijdag 21 juni 2013

Voordat het in de vergetelheid verdwijnt - naar aanleiding van wat ik schreef op 6 mei jl. kreeg ik een leuke reactie, met op het eind een paar mooie woorden over mijn werk. Hieronder de tekst, opdat die niet verloren ga:

From: Lotti Heyboer
Subject: Blog, Heyboer en voeten
Date: Monday, 03/06/2013 7:48 AM

Dag Wouter,


Ik kwam via een zoektocht naar iets heel anders per ongeluk in je blog terecht. Dat maakte me heel blij, wat (en vooral hoe) je over Anton Heyboer schreef! Ik probeer al een aantal jaren om hem weer bekend te laten worden als de kunstenaar die hij werkelijk is. Veel daarvan is ondergesneeuwd, maar ik vind het belangrijk dat dat weer algemeen gekend wordt. Volgens mij is het belangrijk voor een cultuur dat dit soort waarden er deel van worden.

Door de tentoonstelling in Haarlem heb ik zelf ook heel veel geleerd over die periode. Ik heb er zelf aan meegewerkt, omdat wij hier natuurlijk toch het meest over hem weten. Maar heel veel gebeurtenissen en feiten wist ik niet. Het  heeft heel veel dingen duidelijk gemaakt. Ik weet nu ook (zover dat kan) wat er in de inrichting echt gebeurd is. Waarom hij daarheen ging en waar hij doorheen ging. Het was tot nu toe een puzzel waar veel stukjes van misten, maar nu is het meeste ingevuld. In ieder geval zoveel, dat ik een beeld heb gekregen.

Hierna komt nog een taak voor me, als deze gelukt is: tonen dat de latere kleurrijke tekeningen net zo goed belangrijk zijn. Het lijkt wel of iedereen óf het een kan zien, óf het ander, of die oude meester, of die latere xx. Dat xx..., ze hebben er allerlei namen voor bedacht. Clown, charlatan, gek en weet ik veel. Ik ga het zelf maar niet invullen. Als ik alle namen in 1 woord kon vangen, zou het misschien kunnen. Maar elke naam apart doet hem erg tekort.

Ik zag je voeten op die gladde vloer. Het is een heel indringend beeld. Wij (Heyboer-clan) zijn eigenlijk niet geschikt om naar kunst van anderen te kijken, Anton deed iets wat zo anders was, dus bijna niets voldoet voor ons. Maar dit vond ik mooi.

Lotti

L. Heyboer
Den Ilp 66
1127PG Den Ilp
www.anton-heyboer.nl
webmaster@anton-heyboer.nl



donderdag 13 juni 2013

En dan groeit er, zomaar tussen de bedrijven door, een nieuw kunstwerk. De aanleiding is tweeledig. Onze kunstenaarsgroep ARTchipel wil zich presenteren door middel van presentatiedozen, identiek van vorm en formaat, maar door elke kunstenaar individueel vormgegeven en gevuld. En collega-kunstenaar Trix de Waal stond mij haar oude schrijfmachine af, maar wilde in ruil daarvoor een klein kunstwerkje, van 10 bij 10 centimeter.

Wat die doos betreft: de meerderheid van de ARTchipellers koos voor een houten doos in de vorm van een boek. Iemand in Staphorst maakt die dingen voor niet-zo-strenge protestanten die er de (door de kerk scherp veroordeelde) tv-gids in willen verbergen voor de strenge dominee of ouderling die op huisbezoek komt. Het doet denken aan zo'n uitgehold boek waarin in romantische spionagefilms vuurwapens worden verborgen. Maar wat moet ik daarmee? Een doos is een doos, en een boek is een boek, maar een boek dat zich als doos gedraagt of een doos die zich als boek vermomt, dat is raar. Bovendien heb ik al een presentatiedoos: een hele mooie, van aluminium, met mijn naam in het deksel gelaserd. Ik bedoel: met behulp van laserstralen in het deksel getatoeëerd. Die aluminium doos was overigens min of meer de aanleiding voor dat hele presentatiedozenproject, geloof ik. Die houten doos eigen ik mij toe (ik heb er netjes voor betaald, hoor) en maak er iets van dat 'van mij' is.




En die schrijfmachine van Trix, die wou ik slopen. Want ik wou de lettertjes gebruiken om een woord in een plak lood te stansen. Maar dat is een faliekante mislukking geworden. Ik krijg die ouwe schrijfmachine niet uit elkaar, en ik zie nou al dat die lettertjes sowieso te klein zijn voor wat mij voor ogen staat. Dat heb ik inmiddels opgelost door voor een paar tientjes een setje slagstempels te kopen: het hele alfabet, 6 mm hoog, in keihard staal. Werkt prima! Maar Trix krijgt haar kunstwerkje, voorzien van lettertjes van haar ouwe getrouwe Remington. Hoe? Dat is het geheim van de smid! En dat kunstwerkje maak ik in tweevoud: één voor Trix, één voor mij.

Ik zet nog geen foto's van de resultaten op dit blog. Mijn plan is om, na voltooiing van een en ander, van de 'boekdoos' en het 'Trix-kunstwerkje' samen een installatie te maken en daarmee mijn expositieruimte in te wijden. En daarbij komt: ook Trix leest dit blog, en het moet nog even een verrassing blijven wat ze krijgt.

Het weer is omgeslagen. De wind is naar het zuidwesten gedraaid, na wekenlang kil en koud vanuit het noorden te hebben gewaaid. En het is eindelijk gaan regenen.

zondag 26 mei 2013

maandag 6 mei 2013

Soms stuit je, onverwacht, op een pareltje. Ik was in Haarlem en bezocht het Frans Halsmuseum. Op de eerste grote Hals-tentoonstelling sinds 25 jaar kunnen werken uit alle fasen van de carrière van Hals vergeleken worden met werk van Rembrandt, Rubens en Titiaan. Mooi, en educatief, maar een beetje obligaat.

Tot mijn verrassing echter zit er schuin tegenover het Frans Halsmuseum aan het Groot Heiligland nóg zoiets: het Historisch Museum Haarlem. Het bestaat denk ik nog niet zo heel lang, en het beschikt duidelijk niet over de materiële en financiële faciliteiten van de beroemde overbuurman- het is een beetje een Janboerefluitjesmuseum. Toegegeven: de vaste collectie heb ik niet gezien. Maar wat een snoepie van een expositie hadden ze daar over de Haarlemse jaren van Anton Heyboer! Ik heb er van genoten, ik heb er veel van opgestoken, het heeft me geïnspireerd en tot nadenken geprikkeld.

Ook ik wist, als zovelen, niet veel meer over Anton Heyboer dan: extravagant, in Den Ilp samengewoond hebbend met drie vrouwen, etsen met een vreemde beeldtaal die je op het eerste gezicht niet kunt 'lezen'. Maar daar is nu verandering in gekomen, dank zij deze kleine maar o zo fijne expositie in het Historisch Museum Haarlem! Ik ga niet herhalen wat er ook al in het keurig vormgegeven tentoonstellingsgidsje staat, maar noem een paar saillante punten die me troffen.

Heyboer: "In de Zonnesteeg in Haarlem deed ik mijn kleren uit, legde de vloeren vol met chamoispapier en nam Siberisch houtskool, 's avonds, er was niemand, en maakte met mijn adem ingehouden in één keer bladen vol. Allemaal met vegen, en als ze geveegd waren kwam ik er even aan met mijn gum, waardoor er vlakjes ontstonden die het wit en het zwart met elkaar verbonden. Het had het karakter van oerlandschappen. Dat was mijn kunst. Later ging ik comprimeren. De laatste vormen die het had waren de vormen van een ei. Of in ieder geval de vormen van iets ronds, oprijzends, en dat in het oer stond. (Lees, wat dit betreft, het unieke boek Eigenzinnig Kunstzinnig van Tjeu van den Berk, over de visie van Carl Gustav Jung op kunst! WK). En toen werd ik krankzinnig. Toen werd ik zielsziek."

In de winter van 1951 liet Heyboer zich vrijwillig opnemen in het psychiatrisch ziekenhuis in Santpoort. Traumatische ervaringen in de Tweede Wereldoorlog en daarmee verband houdende verstopte emoties die in alle hevigheid losbraken waren de reden. Naar aanleiding van deze zware crisis, die vier maanden duurde, begon hij tekeningen en etsen te maken met figuren die voor hem elementaire zielsinhouden uitbeeldden: "de erkenning", "het tijdloze werk", "het bewustzijn van de wonde". Vanaf dat moment streeft Heyboer de rest van zijn leven naar inhoud in zijn werk, schoonheid alleen was niet meer genoeg.

Hij ontwikkelt gaande weg zijn Systeem: zijn eigen beeldtaal met figuren, kruisende lijnen, getallen en teksten. Met dat Systeem kon hij zichzelf, zijn krankzinnigheid, de krankzinnige zinloosheid van dit universum waar hij deel van uitmaakte en die hij zich bewust was geworden door de verschrikkelijke ervaringen in de oorlog, in kaart brengen en beheersbaar maken. 
Heyboer: "Ik viel overal tussen wal en schip. En nu had ik een systeem gemaakt, waarin ik kon creëren en waarin ik bestond, waarvan men zei: 'Dat is Heyboer'. Dit systeem werd een teken. En dit teken is Anton Heyboer. Iedere dag zet ik dit teken neer als existentie van identiteit. Ik verkoop dit teken om in mijn levensonderhoud te kunnen voorzien."

(Merk op dat Heyboer zelf hier het woord 'teken' gebruikt en niet het woord 'symbool'!)

Dit vergt meer dan 'kunst maken', of zelfs 'kunstenaar zijn' - dit vergt de volledige inzet van de mens, een totale overgave aan het 'zijn': het leven zelf tot kunstwerk maken. Voor Heyboer was het elke dag creëren de grondslag van zijn 'zijn'. Dat scheppen betekende niet alleen dingen maken, maar vooral het leven creëren. Voor hem ging de tijd niet van ergens in het verleden naar ergens in de toekomst. Alleen het 'nu' telde, dus dat moest volop geleefd worden in een leven dat zelf zijn gang ging en niet een bepaalde kant uitgestuurd werd. Want als je 'nu' deed wat in het 'nu' paste, dan ging het vanzelf zoals het moest gaan.

Dit is Tao. Anton Heyboer kon dat. Ik kan het niet.


En dan was er nog 'de zee'. En 'het haantje'. En nog zoveel meer... 

zondag 5 mei 2013

Volgens mij is het van het grootste belang om op tijd op te houden met bestaan.

zondag 28 april 2013

Oud lood. Bij de sloop van het oude dak boven de expositieruimte tevoorschijn gekomen. Nooit weggooien, zoiets. Prachtig, verweerd materiaal, dat een verhaal te vertellen heeft. Een paar lange lappen liggen nu in het atelier te wachten op een nieuw hoofdstuk. 

(klik op een foto voor een vergroting)



Eind mei vorig jaar zette ik al eens een paar foto's van een plak lood op deze blogspot. Buiten enige context gefotografeerd, puur lood dus, leek het een landschap, met een horizon, wolkenluchten, diepte, leegte- zoals je kunt zien als je hier op de zeedijk gaat staan. Nu werkt dat niet meer, want ik ben dit stukje begonnen met de woorden "oud lood". Daarmee is er een hele context opgeroepen bij jou, lezer en kijker, en is het weer gewoon lood wat je ziet. Pure materie. Toch?


Nee. Wat je ziet is lood zoals je dat hebt léren zien- door je ervaringen er mee, door wat je er over geleerd en gelezen hebt. Jouw hele culturele bagage vertelt jou, zonder dat je het in de gaten hebt, wat jij hier moet zien: lood, in alle betekenissen van het woord. En daarmee is het lood zélf tot zwijgen gebracht. Het had zo graag willen vertellen- "Kijk, ik ben een landschap" of zo iets. Maar ons brein heeft het woord genomen en het lood het zwijgen opgelegd.

Maar. Dat verhaal dat het lood zélf had willen vertellen- dat is natuurlijk óók een product van ons brein... Het ziet er naar uit dat wij de werkelijkheid via onze ogen nooit kunnen bereiken: ons brein zit er altijd tussen. Ook dit is de Leegte

Wat ik met dat lood ga doen? O, wie weet maak ik er een boekomslag van... Want ons brein kan de meest fantastische dingen doen. Met lood, bijvoorbeeld.

maandag 15 april 2013

Compositiespelletje. Een salontafel, een glazen schaal, een drijvend waxinelichtje en een mooie grote kiezelsteen - meer heb je niet nodig. De salontafel (vierkant, met i.p.v. een tafelblad een raster van open vierkantjes, maar met vier uitschuifbladen om je glas op neer te zetten zonder onherstelbare kringen te maken) en de glazen schaal (precies in het midden van de salontafel) doen nog denken aan een mandala, maar. De decoratie van de schaal is excentrisch, en dat geldt ook voor de random-posities van het drijvende waxinelichtje.



De bedoeling is om de kiezelsteen zó op het raster van de tafel te leggen dat er een mooie compositie ontstaat. Daarbij gaat het om de steeds veranderende positie van het drijvende waxinelichtje (dat héél langzaam van plaats verandert als gevolg van subtiele luchtstromen in de ruimte) en de door jou te kiezen positie van de steen - maar het gaat ook om de curve van de rand van de schaal en de decoratie op de bodem van de schaal, en ook om de 'richting' van de steen.



En dat allemaal gewoon vanuit mijn luie stoel, zodat ik het tafereel niet alleen van bovenaf, tweedimensionaal, maar ook ruimtelijk benader. Meditatief muziekje er bij, en schuiven maar! Maar vooral: kijken...

donderdag 11 april 2013

For the record: beelden van het vervangen van dak en plafond van de expositieruimte.





 Nu nog de verlichting, een ophangsysteem, schilderen en behangen.

dinsdag 2 april 2013

Geen woorden maar beelden, om vast te leggen wat mij aanspreekt en boeit. ABK Beelhouwerskollektief had een expositie in de Oude Kerk in Amsterdam, die ik tijdens de paasdagen bezocht - hieronder volgt een kleine foto-impressie. Er was onder andere werk van Anneke de Witte, van wie ik lang geleden les heb gehad. Met haar werk begin ik:





 





En na deze laatste durf ik natuurlijk nauwelijks nog iets met voeten te doen...


woensdag 20 maart 2013

De Kunst-aan-huis open-atelierroute Lauwersland is alweer achter de rug. Dit jaar volledig aan mij voorbij gegaan, maar volgend jaar, als atelier en expositieruimte zijn ingericht, ben ik zelf een van de deelnemers.

maandag 11 maart 2013

Vanmorgen in De Volkskrant een rouwadvertentie van bestuur en directie van Tresoar in Leeuwarden en Uitgeverij Bornmeer van De Gordyk bij het overlijden van de dichter

Tsjêbbe Hettinga

Geen geboorte- of overlijdensdatum. En dat is goed: een groot dichter is van alle tijden.


Van hem gebruikte ik een paar regels uit de bundel Platina de zee bij de installatie Orfeus uit 2007. Die bundel  is niet alleen een boek, maar ook een cd. Gelukkig: nu kunnen we hem blijven horen, wat in Hettinga's geval nog mooier is dan hem lezen. Saluut!


donderdag 7 maart 2013

Ik heb gordelroos, in mijn gezicht. En dat is gaan ontsteken. Pijn, jeuk, en vieze korsten op mijn onderlip en mijn rechterwang. Ik zie er uit als een zwerver.

Ik lees Dit zijn de namen van Tommy Wieringa. Dat gaat over, onder andere, vluchtelingen die maandenlang over de steppe dwalen en onderweg steeds meer vervuilen, verhongeren, verloederen. En hoe in die drab op de bodem van het mens-zijn een cultus kan groeien. Het gaat over de smerige praktijken van de mensenhandel. En over de vraag hoe je het vuil van het leven van je afwast.

Terwijl ik lees voelt het alsof die twee dingen met elkaar te maken hebben: alsof de viezigheid, de besmettelijkheid, de vunzigheid van het bestaan zich aftekenen op mijn gezicht. Dat is natuurlijk niet zo. Maar zo werkt de menselijke geest.

Ik heb een kunstenares gekend met chronische klachten aan het maagdarmstelsel. Ze maakt eindeloos veel panelen met labyrintachtige structuren. Maar het verband tussen die twee is ze zich niet bewust. Daarom gaat ze maar door, ze vernieuwt zich niet. En ze wordt niet beter(!).

vrijdag 1 maart 2013

En weer gebeurde het: iemand raakte de weg kwijt in dit huis! Reina B. van theehuis Yke Muoi (ik leerde haar jaren geleden kennen in een heel andere setting) kwam een bakkie koffie halen. Weer op weg naar buiten slaakte ze de kreet: "Waar ben ik ook al weer binnen gekomen? Waar is de voordeur?!"

En de zoveelste chauffeur van Taxi NOF (dit keer moest ik naar de tandarts in Dokkum) - ik zag hem voorbijrijden over de Buorren, en even later over de Achterwei. Toen ik naar buiten rende reed hij terug over de Achterwei en weer de Buorren op. Daar trof ik hem aan, op de bushalte, turend op zijn TomTommetje.

Het huis is onvindbaar, en binnen verdwaal je. Dit is een doolhof, hier ben ik thuis!

woensdag 20 februari 2013

Mensen kunnen zich enorm vergissen. De vorige bewoner van dit huis dacht dat hij kunstschilder was. Hier en daar hangen/hingen wat proeven van zijn 'kunst'. Zoals deze.


Nou ben ik geen kunstschilder, en ik heb verder ook nergens verstand van, maar sorry hoor, wat vind je van dit gedrocht! Niet dat het onderwerp mij niet boeit (ieder z'n meug), maar ik heb wél zoiets als anatomie gestudeerd toen ik aan de kunst begon. En dan vallen me toch een paar details op. Die bovenbenen bijvoorbeeld. Opgeblazen ballonnen zijn het! Waar zielige softenon-onderbeentjes aan hangen! 
En diezelfde bovenbenen, waar zitten die aan vast? Niet aan het bekken, zo te zien! Met zo'n onderstel verdien je onverwijld een persoonsgebonden budget! En waar die mevrouw op zit, behalve op een soort paard (dat is geen staart, dat is diarrhee!)- moet dat een lap stof voorstellen? De textielindustrie overweegt een proces! En dan heeft ze ook nog een gezicht waar je kleine kinderen mee aan het huilen maakt... 

Ach, laat ik maar ophouden. Maar het is wel lekker om af en toe eens andermans werk af te kunnen kraken!

Die lijst echter bevalt me wel. Die gaat niet in de kliko. Maar wat doe ik dan met dat 'schilderij'? Misschien bedek ik die hele plaat wel met bladgoud, als een hommage aan Yves Klein. Maar dan moet er nog wel een soort 'twist' in... Nog maar eens even aanzien wat er van komt.

woensdag 13 februari 2013

Kunstenaarsgroep ARTchipel heeft onderling afgesproken een gezamenlijke presentatiedoos te maken. Daarin is voor eenieder van ons ruimte voor een exempla-risch kunstwerk van... 5 bij 5 bij 5 centimeter! Voor iemand  als ik, die geboeid is door ruimte (en leegte) meer dan een gewone uitdaging. Maar het is me gelukt. Ik heb een Dancing Stone gemaakt van precies die afmetingen, en een bijbehorend klein boekje van 5 bij 5 centimeter met informatie. 
Voor meer achtergrond: zie dit logboek op vrijdag 28 september 2012, via de chronologische index hiernaast, of de thematische index op dancing stones.

Vanavond komen we weer bij elkaar. Ik ben benieuwd wat de collega's er van vinden!

zaterdag 9 februari 2013

Ik dacht dat ik het wel gehad had met die "scheikundedozenkunst" van Anselm Kiefer, Joseph Beuys en hun adepten, mezelf incluis. Maar die scepsis verdween als sneeuw voor de zon toen ik afgelopen donderdag de ruimte van de Vleeshal in Haarlem betrad. Onmiddellijk werd ik gegrepen door wat ik daar zag: twee vliegtuigmotoren (één liggend op de grond, de ander hangend aan het plafond), drie stadsbanken, een roestvrijstalen ontleedtafel. Meer niet. Maar het greep me bij mijn lurven en het liet me niet meer los.




Op onregelmatige tijden komt een jonge man de ruimte binnen. Hij kleedt zich uit, legt zijn opgevouwen kleding weg, steekt een vuurtje aan op één van de objecten en gaat dan zitten op de vliegtuigmotor, de bank of de tafel. Als het vuur gedoofd is trekt hij zijn kleren weer aan en vertrekt.




Ik bezocht de eerste museumsolo in Nederland van de Britse kunstenaar Roger Hiorns (Birmingham, 1975), van 1 december 2012 tot 24 februari 2013 in de Hallen Haarlem. Zijn werk wordt hier in kunsthistorische context geplaatst door de gelijktijdige expositie van twee werken van Joseph Beuys: Voglie vedere i miei montagne uit 1971 en Straszenbahnhaltestelle uit 1976.

Roger Hiorns is een hedendaagse alchemist. Hij maakt geen 'mooie' dingen, hij is veel meer geïnteresseerd in processen. Transformatie is een sleutelbegrip in zijn werk. Maar het zit ook zijn materiaalkeuze: kopersulfaat, vuur, hersenen, sperma. En die dan gecombineerd met motoren, roestvrij staal, fijngemalen antidepressiva. Zijn kunst is nooit 'af', maar altijd in wording, in beweging: de kopersulfaatkristallen, waarmee hij bijvoorbeeld motoren bedekt, blijven op microscopisch niveau doorgroeien; schuim borrelt doorlopend op uit een compressor, een ander apparaat  laat munten op de vloer vallen. We zien abstracte objecten van piepschuim en een serie vierkante panelen: witachtig, heel licht beige - wat stellen ze voor? Niets? Tot we er achter komen dat ze beschilderd zijn met koeienhersenen...




Het gaat niet alleen om een materieel proces, zelfs niet in de allereerste plaats. Het gaat vooral om het geestelijk proces, dat de confrontatie met het werk van Hiorns in ons brein in gang zet: hoe verandert onze manier van kijken naar een object als we weten dat er koeienhersens in verwerkt zijn? Daarom presenteert deze kunst geen afgerond verhaal, maar stelt ze de vraag in hoeverre wij in staat zijn de werkelijkheid om ons heen te doorgronden. De begeleidende teksten bij de expositie wijzen op een aantal ingrediënten in Hiorns' werk die tot dat van Joseph Beuys terug te traceren zijn: de interesse in transformatieprocessen en in "de wereld áchter de zichtbare werkelijkheid".

En tegen die laatste formulering heb ik bezwaar. Er is geen "wereld áchter de zichtbare werkelijkheid", ook niet volgens Beuys en Hiorns. Die wereld van betekenissen zit vóór de zichtbare werkelijkheid: die zit namelijk in onze eigen kop. Wij zien niet de werkelijkheid, wij zien het beeld dat ons brein maakt van de werkelijkheid. Ooit zag de primitieve mens geesten, goden en geheimen in elke boom, elke bron, elke opvallende steen: heel de werkelijkheid was begeesterd. Animistische culturen zien dat nog steeds zo. Maar de moderne mens is daar aan voorbij. Wij weten dat wij betekenissen, symboliek, waarden projecteren in de objecten die ons omringen. Wij zelf "be-tekenen" de wereld. Dat maakt ons tot geestelijke wezens. Moderne spiritualiteit is anthropocentrisch.

Wij zien niet de werkelijkheid, wij zien het beeld dat ons brein maakt van de werkelijkheid. En dát roept de vraag op, in hoeverre wij een object werkelijk kunnen kennen. Een antwoord op die vraag zal in elk geval ook moeten behelzen dat we dat met onze ratio alleen nooit zullen kunnen - ook onbeheersbare processen als agressie en erotiek zijn in dit proces impliciet gegeven. Eenieder die zich met spiritualiteit wil bezighouden zal níet naar zijn navel moeten staren, maar voor de spiegel moeten gaan staan en zichzelf, als mens, genadeloos onder ogen komen, ontleden, onderzoeken. Die spiegel houdt Roger Hiorns, en veel hedendaagse kunstenaars met hem, ons voor.

Op kleine schaal stelde Hiorns dat verband tussen het profane en het sacrale op een leuke manier present. Uit een luidspreker, met een verbinding naar een microfoon in de naast de Vleeshal gelegen Grote- of Sint Bavokerk, klonken in de expositieruimte geluiden uit die kerk: voetstappen, stemmen, een deur die dichtslaat. Even later bezocht ik zelf de Sint Bavo - toen klonken mijn voetstappen in de Vleeshal...



Die naakte jongeman heb ik trouwens gemist. Toen ik quasi terloops bij de mevrouw achter de kassa informeerde of het de moeite waard was op hem te wachten, zei ze dat die gebeurtenis alleen in het weekend plaatsvond. Een echtpaar achter mij toonde zich net zo teleurgesteld als ik. Ik heb nog voorgesteld dat ik dan zélf maar even... maar dat idee werd op schaterlachen onthaald!

zondag 3 februari 2013

Ook al is het vandaag niet te zien (het is grijs, druilerig en winderig weer, maar gisteren scheen de zon)- de lichtval hier in huis is weer hetzelfde als toen ik het huis kocht, in oktober vorig jaar. De donkerste dagen zijn voorbij, we gaan op weg naar het licht.

Uit De architectonische ruimte van Dom Hans van der Laan osb: "Om een tijdsduur te ervaren, moeten twee momenten uit de tijd worden gelicht en met elkaar in verband worden gebracht, waar wij door ons geheugen toe in staat zijn." 

Bij het project HOMUNCULUS heb ik elk sculptuurtje bij wijze van titel voorzien van een getal. Dat getal, met een decimaalpunt ongeveer in het midden, is de notatie van een bepaald tijdstip (dat verwijst naar een gebeurtenis die in mijn persoonlijke leven van groot belang is) volgens het Julian Date system (afgekort: JD). Het Julian Date system, dat overigens niets te maken heeft met de Juliaanse kalender, wordt gebruikt in de sterrenkunde en aanbevolen door de Internationale Astronomische Unie. Als begindag wordt 1 januari van het jaar 4713 v.Chr. vanaf 12 uur Greenwichtijd genomen. De juliaanse dag en delen daarvan (de Julian Date) worden als tijdsaanduiding gebruikt in de astronomie, bijvoorbeeld bij satellietwaarnemingen. Het kan ook gebruikt worden om het tijdsverschil tussen twee afzonderlijke gebeurtenissen snel te berekenen. Door twee zulke datumgetallen van elkaar af te trekken wordt de tijd tussen twee historische gebeurtenissen berekend. Ook als ik het HOMUNCULUSproject voortzet, zal elk sculptuurtje op de een of andere manier gerelateerd zijn aan de andere. Die relatie, het verband tussen de verschillende sculptuurtjes, ben ik zelf: mijn leven, mijn geheugen, mijn 'persona'.

Dom Van der Laan verwijst naar onze ervaring van tijd om iets te verduidelijken over onze ervaring van ruimte: "Voor ons is het oppervlak der aarde horizontaal, zonder dat er een ander horizontaal vlak aan beantwoordt. Wij kunnen onze ervaring van het aardoppervlak vergelijken met die van het 'nu' van de tijd, want ook dat 'nu' is het enige fenomeen dat wij van het tijdsverloop ervaren. Het doet zich voor als een scheiding tussen het verleden zonder begin en de toekomst zonder einde. (...) Zo kunnen wij ook de uitgebreidheid van de ruimte slechts waarderen, als wij oppervlakten aan elkaar kunnen laten beantwoorden, waar wij door ons voorstellingsvermogen toe in staat zijn."

Wij zijn mensen, behalve lichamelijke ook geestelijke wezens, met zintuigen en verstand, doordat wij (in tegenstelling tot levenloze voorwerpen) een relatie kunnen aangaan met de ruimte om ons heen. Wij brengen verticale scheidingen aan in de horizontaliteit van de oneindige ons omringende ruimte, en daarmee 'humaniseren' wij die ruimte. Dit is precies waar de architect zich mee bezig houdt.

Een moment van verheldering op een schemerige zondagmiddag, dank zij Dom van der Laan! Het gaat mij, in mijn werk, niet eens zozeer om de beelden die ik maak: het gaat me veel meer om wat die beelden doen met de ruimte waarin ze geplaatst zijn. Ik wil beelden maken die geen ruimte innemen, maar ruimte schéppen- en verwijzen naar de leegte. Ik wil ménsenbeelden maken!

woensdag 30 januari 2013

De sneeuw is gesmolten, maar de winter weet van geen wijken. In het grote atelier ( de inpandige schuur) is het nu veel te koud om te werken, ondanks het rieten beschot dat temperaturen beneden nul voorkomt, maar er is geen verwarming. Daarom is het atelier nog steeds niet ingericht, en fungeert de schuur nu als opslagruimte van, onder andere, nog heel wat onuitgepakte verhuisdozen. Gelukkig is het kleine atelier wel verwarmd, dus daar zit ik nu regelmatig kleine klusjes uit te voeren.

Zo heeft een kleischetsje de verhuizing niet zonder schade overleefd: het hoofdje is er af. Dat is zo hersteld: houtlijm mag in geen atelier ontbreken. Lastiger is het vervangen van een ei van HOMUNCULUS 2447398.760417 dat kapot gevallen is. Ik  heb opnieuw eieren uitgeblazen (drie, om wat reserve te hebben), en die wil ik nu vanbinnenuit verstevigen door er met een dikke injectienaald een kunstharsdispensie in te spuiten. Daarna moet ik op zoek naar dat boormachientje met die minuscule boortjes, om er kleine gaatjes in te boren waar de scherpgeslepen punten van vier stukken lasdraad in passen, zodat het ei er stevig op zit. Maar als de werkster komt leg ik het eitje voortaan toch maar liever op een veilige plek! Nou vraag ik me af in welke verhuisdoos dat boormachientje terecht is gekomen...

Dat kleischetsje brengt herinneringen boven. Het is één van de twee schetsjes van de zoon van Ingrid Pijl, de kunstenares bij wie ik lessen portret- en modelboetseren heb gevolgd. Dat was in Ingrids atelier: een oud klaslokaal aan de Stadhouders-kade in Amsterdam. Daar heb ik heel wat donderdagavonden gezeten , met nog een paar cursisten, en in het midden van de kring een model dat daarvoor betaald werd. Die avond moest het model wat eerder weg, dus vroeg Ingrid haar zoon of die even een halfuurtje wilden 'zitten'. Onbetaald natuurlijk. Dat wilde hij niet: hij wilde stad in met z'n vrienden. Maar hij moest: moeders wil was wet! Je ziet zijn verveelde, beetje geïrriteerde stemming in de houding van het beeldje terug.

En dat brengt weer een andere herinnering bij me boven, uit dezelfde setting. Ons model was Stef, een jonge man met Indonesische trekken. Hij zat in het midden op z'n kruk, en wij er in een kring omheen, achter onze boetseerbokken. Daartussendoor loopt dan de kunstenares die ons aanwijzingen geeft en zonodig corrigeert. Af en toe kreeg Stef van haar de opdracht een klein stukje te draaien, zodat alle cursisten zijn 'kop' van alle kanten konden bestuderen. Op een gegeven moment draait Stef zich weer en krijgt mijn werkstukje in zicht. "Wout!" roept hij spontaan, "het lijkt wel of ik in de spiegel kijk!" Ik probeer mijn trots te verbergen door mee te doen aan de algemene lachbui, maar toch... 
"Jaha," komt Ingrid de pret verstoren, "jij pikt heel goed op wat Stef uitstraalt, Wout. Maar nu gaan we écht aan het werk!" Dan grist ze mijn miretje uit mijn hand en begint te snijden en te kerven in de was, om me te laten zien wat er allemaal níet deugt aan mijn werkstuk... 

Inspiratie én techniek, en daar altijd aan blijven werken en verbeteren, daar gaat het om. 
Jammer dat ik hier geen foto kan laten zien van dat 'koppie' van Stef. Dat moet nog wel ergens liggen, maar in welke verhuisdoos...?