vrijdag 15 juni 2012

Het ziet er naar uit dat het basiskamp verplaatst zal gaan worden. 
De bakens worden verzet. De coördinaten verschuiven. Er is een omslag op komst.



Vuurtorens, bakens, zeekaarten: alles wat te maken heeft 
met positiebepaling en koers uitzetten - na de dood van mijn lief
in 1994, werd de Atlantische kustlijn van Portugal, 
ter hoogte van Lissabon aan de monding van de Taag, 
bij Cabo Espichel, Cabo Raso en Cabo da Roca 
(het westelijkste puntje van het Europese continent) 
voor mij een metafoor voor de grenslijn 
tussen dood en leven, verleden en toekomst. 
Het was héden: tijd voor een hernieuwde positiebepaling, 
om een andere koers uit te kunnen zetten.


Mijn tijd als justitiepastor liep ten einde. De bajes 
(van het Hebreeuwse beth=huis) is voor mij 
een beth ha’midrash, een leerhuis geweest. 
Ik heb er mensen leren kennen 
aan wie elke verantwoordelijkheid werd ontnomen, 
of die met een schuld belast waren 
die te zwaar was om te dragen – 
en die ofwel daaraan kapotgingen, ofwel 
ondanks alles hun menselijke waardigheid behielden. 
Ik heb er geleerd hoe hoog de liefde reikt, 
hoe diep haar afgrond is – 
en hoezeer wij mensen daarvoor terugdeinzen. 
Verhalen – ook in de theologie, de bestudering 
van de levensbeschouwelijke traditie waarin ik sta – 
die verwijzen naar, of cirkelen rondom Iets 
dat wel benoemd wordt, 
maar zich onmiddellijk ook weer aan benoeming onttrekt.


Het was niet eens zozeer de dood van Luís 
als wel de reflectie op onze relatie 
en de plaats daarvan in mijn leven 
die me weer deden beseffen: ook ik 
maak altijd weer omtrekkende bewegingen 
rondom iets dat zich niet laat vatten – 
een innerlijke horizon. Noem het god, of liefde, 
of dood, of de leegte. En het verlangen daarnaar.


En toen ik in 2004, staande op de Waddenzeedijk bij Nes,
tussen Wierum en Peazens-Moddergat, 
over de horizon probeerde te kijken 
en de eilanden als voetstappen over de einder zag gaan, 
ontdekte ik dat de vuurtorens van Ameland en Schiermonnikoog 
precies dezelfde lichtcodes hadden 
als de vuurtorens van Cabo Raso en Cabo da Roca. 
En ik wist dat ik in die leegte maar eens moest gaan wonen.


Pas nu het donker wordt kan ik de tekens lezen
waarvan ik al bij daglicht wist dat ze er zijn.
Is 't jouw handschrift, tegen de horizon geschreven?
Bedankt, de boodschap is begrepen: ik zal er zijn!

vrijdag 8 juni 2012

Wij zien niet de werkelijkheid. Wij zien het beeld dat ons brein maakt van de werkelijkheid. En daarbij kan ons brein zich op de prachtigste manieren vergissen. Dat is niet erg, als je je maar bewust blijft van het gegeven dat het niet de werkelijkheid is die je ziet. Maar blijf vooral genieten van de beelden die ons brein van de werkelijkheid kan maken!


Sam Drukker over de tekeningen die hij maakte bij een binnenkort te verschijnen uitgave van het verhaal 'East Bergholt' van Marcel Möring:
     "Het landschap is wonderschoon. En winter-kaal. Alleen de struiken hebben groen. Op mijn gehuurde fietsje loer ik het glooiende landschap af. Het verhaal zit continu in mijn hoofd. Ik ken alle scènes en probeer heel dicht bij de tekst te blijven. Die neiging tot de realiteit heb ik altijd. Ik kan nu eenmaal niets bedenken dat interessanter is dan wat ik zie."


Wat de kunstenaar ziet ("loeren", "wat ik zie"), de inbreng van het brein ("het verhaal", "dicht bij de tekst") en weer terug: "Ik kan nu eenmaal niets bedenken dat interessanter is dan wat ik zie." Meer is het niet... En wat Sam Drukkers brein en hand dan maken van de werkelijkheid van een boom, is winter-kaal en (waarschijnlijk daardoor) wonderschoon:






tekst van Sam Drukker en foto van Edo Kuipers in BK-INFORMATIE 2012-4