vrijdag 14 november 2014

Inmiddels weet ik waar die monnik vandaan komt, die ik associeerde met (het werk van) Mark Rothko; zie 7 november '14. Die komt uit een boek dat mij al mijn halve leven begeleidt, troost, uitdaagt, beschaamt, tot melancholie stemt en, ik herhaal het bewust: troost. Rondom het dierenpark. Abdij-journaal door Michel van Nieuwstad (SUN, Nijmegen 1991). Het is het dagboek van een man in crisis die, na een mislukte zelfmoordpoging, zichzelf terugvindt in abdij De Slangenburg achter Doetinchem, alwaar hij zichzelf gedurende langere tijd ernstig afvraagt of hij zich niet als Benedictijner monnik voorgoed aan deze gemeenschap moet/kan verbinden. Bladzijde 88-89:

"Mooi is dat de abt, alsof het daarbij gaat om iets dat met de contingentie van mijn persoon niets te maken heeft, het feit van zo'n nieuw-geroepene zo genereus accepteert: misschien bijna als een boer die oogst, of met de berekening plus dankbaarheid van een vader die er zomaar een vreemde snuiter als zoon bij krijgt. Hij vraagt hoe ik het vind om te bidden. Ondanks de naar het Hogere zwemende inhoud van een gesprek dat over God, roeping, gebed gaat, blijft het in z'n geheel iets monters en relativerends houden: ik antwoord maar dat ik het erg moeilijk vind, ook al snijden de psalmteksten me soms dwars door de ziel. Hij vertelt van een Franse monnik, die gevraagd naar wat hij toch steeds in de kapel zat te doen, antwoordde: je le regarde, il me regarde, welke laatste woorden niet eens terugkijken inhouden. Ik kijk naar hem, hij kijkt naar mij."