Loodzwaar zijn de celdeuren waarachter mensen, verhalen,vastzitten. Eén keer zat ik zelf vast achter zo'n celdeur. Ik was in gesprek met K., toen er onaangekondigd een 'veegactie' begon. Een PIW-er gaf me de gelegenheid de cel te verlaten voordat de deur op slot ging, maar ik verkoos om, met K.'s welnemen, te blijven. Binnen tien seconden had ik daar spijt van en voelde ik lijfelijk: ik zit vast! Het duurde niet lang, maar het was zwaar: het kwam me té dicht op de huid.
En dit:
Zwaar is de last die ik op me heb genomen.
Ik draag je naar de zee,
ik draag je naar je graf.
O lief wat ben je zwaar,
wat is dit zwaar