Vanaf de prehistorie tot op vandaag omringen wij ons met beelden van de dood en van de doden, - zo beweren cultuurhistorici - om ons angst voor de dood in te boezemen en zo ons overlevingsinstinct te stimuleren. Maar dat niet alleen. Wij omringen ons met beelden van onze doden (in onze musea en onze fotoalbums, op onze schoorsteenmantels en onze begraaf-plaatsen) om ons te bemoedigen in het aangezicht van onze eigen onontkoombare dood. Het is alsof onze doden zeggen: wees maar niet bang! Kijk maar: al zijn we dood, we zijn er nog steeds, ook al zijn we er niet meer… En die bemoediging hebben we nodig. Per slot van rekening zijn wij op deze planeet de enige levende wezens (voor zover we weten) die zich bewust zijn van onze eigen eindigheid.
beeldje op het graf van Luís Abel Cunha Duarte Alves (1966-1994), begraafplaats Zorgvlied, Amstelveen/Amsterdam
brons, hoogte zonder sokkel ca, 75 cm
de eerste Hollandse winter die mijn lief Luís meemaakte in Amsterdam. Het had gesneeuwd en gevroren, en de wereld was mooi. Sneeuw had hij (Portugees) ooit, één keer in zijn leven, meegemaakt, maar ijs nog niet! Dus gingen we naar het Vondelpark, waar door tientallen mensen geschaatst werd op het ijs van de bevroren vijvers. Eerst durfde hij er niet op. Pas toen hij mij, tussen al die andere schaatsers, op het ijs zag staan en zag dat ik (in wie hij geloofde en op wie hij vertrouwde) er niet doorheen zakte, durfde hij zelf die eerste onzekere stap te zetten- op glad ijs, het onbekende tegemoet.
Maar er is iets vreemds aan de hand. Telkens als die herinnering bij me boven komt zie ik dit weer voor me, maar dan andersom: Luís is degene die op het ijs staat, en ik sta onzeker op de kant… Ik ben gaan begrijpen waarom dat is. Luís staat daar op het ijs (in het beeld dat mijn brein van die gebeurtenis gemaakt heeft) om mij te bemoedigen. Het is alsof hij zeggen wil: kijk maar, het kan niet, maar hier sta ik. Wees maar niet bang.
Uiteindelijk draait het allemaal hier om:
liefde, en de dood
en wat de creatieve menselijke geest daarmee doet.
Zo vorm ik mij een beeld.