vrijdag 3 februari 2012

De kracht van bamboe is de leegte. Het is hol, en dat maakt bamboe zo sterk en tegelijk flexibel - het doorstaat de hevigste stormen. En dan komt de mens en die zet er het mes in, snijdt er een fluitje uit, en maakt van de leegte muziek!
Buiten het atelier heerst een strenge vorst onder een scherpe, laagstaande zon - maar vandaag sneeuwt het, en de kale bomen tekenen fijne lijntjes tegen het wit en het grijs.
Binnen in het atelier klinkt de bamboefluit van Tôsha Suihô, geïnspireerd door de winter in de tempeltuinen van Kyoto: tere tonen die de stilte niet opheffen, maar fijntjes onderstrepen.

De kunstopvattingen van de fransman YVES KLEIN (1928-1962) zijn doordrenkt van het zenboeddhistische concept 'leegte'. Kort na de Tweede Wereldoorlog begon hij zijn theorie over 'monochromisme' in praktijk te brengen door alleen nog maar schilderijen in één kleur te maken.  Daarvoor creëerde hij  een diep blauw pigment dat hij 'International Klein Blue' doopte.
Daarnaast was hij als rozenkruiser zeer geïnteresseerd in de alchemistische traditie, met name het idee dat transformatie van pure grondstoffen door verhitting - in spirituele zin - goud zal opleveren. Klein beperkte zich daarom uiteindelijk niet tot blauw pigment - hij maakte ook werken in roze en in goud.


YVES KLEIN: L'accord bleu (RE10) en Resonance (MG16), beide uit 1960. Collectie Stedelijk Museum, Amsterdam

De kracht van deze kunstwerken is, wat mij betreft, dat ze geen symbolen afbeelden, maar symbolen zijn. Het kunstwerk verwijst hier ook niet naar één betekenis ("goud is het symbool van..."), maar het opent de blik voor een wereld van betekenissen - ook onderling tegenstrijdige en onsamenhangende, zelfs niet-betekenissen: de leegte...

Hier geloof ik in. Kunstwerken als deze zijn voor mij richtpunten aan de horizon: die kant moet ik op. Ik zal nooit zo ver komen, maar ik wil wel kunnen zeggen: je l'ay emprins!

(en toch gebruik ik hier het woord 'leegte' niet op de goede manier)