“De eerste mens zou zijn verleid
door zijn vrouw om van de boom van kennis van goed en kwaad te eten. Eva
beweert op haar beurt misleid te zijn door de slang, die een geweldige
ontdekking deed: dat de mens verlangt.”
“De slang vertelde aan Eva: ‘God
weet dat jullie de ogen zullen opengaan zodra je daarvan eet, dat jullie dan
als goden zullen zijn en kennis zullen hebben van goed en kwaad.’ Hij wist
waarop hij Eva moest aanspreken. Op haar fantasie. Wie nieuwsgierig is naar de
boom waarvan hij niet mag eten, heeft ook een voorstelling van wat er gebeuren
gaat als ervan gegeten wordt, hoe vaag en onbestemd ook.”
“Velen zien fantasie als iets voor
kinderen en ‘creatievelingen’, waarmee volwassenen worden bedoeld die kind
gebleven zijn maar toch in staat zijn voor zichzelf te zorgen. Een misvatting.
Het menselijke leven speelt zich slechts voor een gedeelte af in de ruimte die
wij werkelijkheid noemen. Het andere leven, dat vermoedelijk veel belangrijker
en reëler is, is onze fantasie, de voorstellingen die wij maken van onszelf en
van de ander.”
“De slang weet dat de mens
verlangt naar datgene waarvan hij zich alleen voorstellingen kan maken. Dat
noemt de mens ‘het ware’, ook wel ‘het echte leven’. Hoe groter de fantasie over
het echte leven, hoe gevoeliger men is voor bedrog.”
“Het is het verlangen dat de mens
gevoelig maakt voor zwendel, hem er zelfs naar doet uitzien. Sommige zwendel
vermomt zich als kunst, andere als filosofie, weer andere als religie of als
wetenschap, de zwendel die nog meer als religie ervan overtuigd is boven alle
zwendel uit te kunnen stijgen.”
Over de verlangende mens onthult Grunberg een verschrikkelijke waarheid: dat verlangen leidt ertoe dat wij elkaar vernietigen. Hij haalt de Franse filosoof en psychoanalyticus Jacques Lacan aan, die vanuit zijn analyses concludeert dat de mens verlangen is. Maar ik denk ook aan de vierde-eeuwse kerkvader Augustinus: "Gij hebt ons naar U toe geschapen, en onrustig is ons hart totdat het rust vind in U." Het verschil tussen Augustinus en Lacan is, dat bij Augustinus het verlangen is gericht op de Ander (met hoofdletter) en bij Lacan op de ander...
Maar let wel: het verlangen van de mens is nooit volledig te vervullen - wij blijven vanuit onze binnenwereld verlangen naar 'wat voorbij de horizon is'. Wij zullen ook nooit het verlangen van de ander volledig kunnen vervullen. Ons falen is daarmee onontkoombaar; hier ligt de wortel van onze schuldgevoelens (van de erfzonde, zo men wil). Dat betekent dat het de ander is die mij schuldig maakt. Het is immers zíjn eeuwige verlangen, door hem op mij geprojecteerd, dat ik nooit zal kunnen vervullen. Alleen al door er te zijn blijft de ander mij op mijn falen wijzen. Ik kan zijn verlangen niet vervullen; ik kan het alleen maar opheffen, en wel, omdat hij zijn verlangen is, door hem te vernietigen. Het morele beest is geboren.
Aldus schetst Grunberg de weg van de mens: in zichzelf gekromd als een slang die in eigen staart bijt. Ik verwijs naar PERSONA en de bijbehorende teksten. 'A única conclusão é morrer', dicht Fernando Pessoa: 'De enige conclusie is de dood.'
“Zoals Nietzsche en Freud wisten,
is de moraal het cadeaupapier waaronder dat andere, veel diepere en
werkelijkere verlangen schuilgaat: het verlangen naar macht, seks en
vernietiging. Alleen al daarom is de zwendel van de verleidingskunst de enige
redding waarop wij mogen hopen,”
“Wij doen er goed aan de zwendel
serieus te nemen, niet alleen op te vatten als iets wat ontmaskerd en bestreden
dient te worden. De zwendel is alles wat er is. Wie deze zwendel niet wil, wil
het niets.”