Deze week is de Matrix-trilogie op tv, waar van eigenlijk alleen de eerste film inhoudelijk interessant is; de special effects boeien mij niet. Natuurlijk heeft mijn interactieve installatie MATER/MATRIX ook te maken met de filosofie achter die film: van welke aard is de werkelijkheid die wij ervaren? Of, met woorden uit de film: "What is happening to me?" "The answer is out there, Neo. It is the question that drives us."
Die "question" stel ik in MATER/MATRIX aan de hand van het meest concrete, meest voor de hand liggende gegeven, basis van ons bestaan, dat daarbij echter omgeven is met de meeste symboliek, de rijkste mythologie en andere vormen van perceptie: de moeder.
Misschien wel het mooiste gedicht uit de Nederlandse literatuurgeschiedenis is, wat mij betreft, HERKENNING van Gerard Reve: de magistrale regels waarmee hij zijn Brief Uit Het Huis Genaamd Het Gras afsluit (Nader tot U, 1966):
Nu weet ik, wie gij zijt,
de Jongen die ik eenzaam zag te Woudsend en daarna,
nog op dezelfde dag, in een café te Heeg.
Ik hoor mijn Moeders stem.
O Dood, die waarheid zijt: nader tot U.
In een handvol regels, een eenvoudig beeld, worden hier de grote thema's van het menszijn aangestipt: erotiek en dood, verbondenheid en eenzaamheid, jeugd en volwassen worden, kortom: individuatie, om maar eens een term van Carl-Gustav Jung te gebruiken. En daarmee is de verbinding gelegd met een heel sterke herinnering aan een persoonlijke ervaring meer dan veertig jaar geleden, die van doorslaggevende betekenis was voor mijn eigen individuatie. Met respect kies ik die regel 'Ik hoor mijn Moeders stem' tot motto voor MATER/MATRIX.