En in Japan ben ik.
Mono no aware: een begrip uit de Japanse cultuur, dat verwijst naar de schoonheidsbeleving van dingen die- nee, juist omdát ze vergankelijk zijn. Schoolvoorbeeld is de kersenbloesem: daar geniet men van, niet zolang het nog kan, maar juist omdat men weet dat de bloesems morgen kunnen verwaaien op de wind. De vergankelijkheid voegt een dimensie toe aan de schoonheid. Je zou het Japans kunnen vertalen met: 'de hartverscheurendheid der dingen', zoals ook wij wel zeggen dat iets hartverscheurend mooi is. Ik zie grote overeenkomst met het Portugese saudade, al zullen waarschijnlijk zowel de Japanner als de Portugees het niet met me eens zijn.
Ik lees Saigoku, een boek over de pelgrimstocht langs 33 tempels bij Kyoto. Tekst van Cees Nooteboom, prachtige foto's van Simone Stassen. En ik luister naar de cd La Cause est Amer van het ensemble Quadrivium: Middeleeuwse liefdespoëzie uit de Lage Landen, afgewisseld met vijf Japanse gedichten, op hedendaagse muziek gezet, over de bitterzoete kanten van de liefde. Die Japanse gedichten (waka, of tanka, zevenregelig, 5+7+5+7+7 lettergrepen) zijn de inspiratiebron voor een serie sculptuurtjes waaraan ik ben begonnen.
En daar ga ik nou eens lekker een heel jaar voor uittrekken: voor het uitwerken van die sculptuurtjes, en voor de presentatie er van. Ze worden van boetseerwas, omdat ook dit maar van tijdelijk van aard is.